Newsroom

Innovatie. Onze Vlaamse politici hebben er de mond van vol. Pact 2020, investeringsfondsen, adviesraden, ontwikkelingsprojecten, strategische begeleiding, steunmaatregelen. Wat de toekomst van onze kinderen betreft: we kunnen op onze twee oren slapen. Alhoewel. Als onze politici dezelfde ‘strategische’ keuzes blijven maken, vrees ik dat het eerder een nachtmerrie zal worden. Want alle beloftes en goede bedoelingen ten spijt, zie ik de overheid vooral aanzienlijke budgetten pompen in sectoren die ons landje weinig toekomst te bieden hebben, terwijl de bedrijven met een reëel innovatie-potentieel structureel kampen met een gebrek aan vakmensen die innoverende projecten kunnen doen slagen.

 

“De industrie moet weer de motor van de Vlaamse welvaart worden”

Toch even de wenkbrauwen fronsen. Deze gevleugelde uitspraak van een zekere meneer Kris Peeters lijkt me toch enigszins in tegenstrijd met de nobele ‘innovatie’ doelstellingen. Vooral het woordje “industrie” zit me dwars. In mijn wereld is ‘innovatie’ onlosmakelijk verbonden met technologische vooruitgang en intellectuele uitdagingen, en veel minder met pakweg grondstofnijverheid of assemblage. Maar in de praktijk zien we onze overheid vooral energie en centjes pompen in noodlijdende bedrijven, waar vaak ‘technologie’ de plaats van de werkende Vlaming dreigt te vervangen. Is het dit wat de overheid bedoelt met ‘innovatie’?

Alle steunmaatregelen, opleidingssubsidies en kosteloze leningen ten spijt: zelfs de grootste optimist gelooft al lang niet meer in de toekomst van productielijnen of massa-industrie in ons Belgenlandje. Niet alleen willen we samen steeds minder onze handen vuil maken, maar ook - en vooral - onze kostenstructuren maken het vrijwel onmogelijk nog een zekere toekomst te garanderen voor een combinatie van handenarbeid met ‘technologie’ als belangrijke bron van staatsinkomsten. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat steeds meer steunkeuzes van onze politici weinig of niet gestoeld zijn op een doordachte strategie - lees: met als doel onze economie veilig te stellen voor de volgende decennia - maar eerder en vooral met korte-termijn eigenbelang in functie van voldoende stemmen voor de volgende verkiezingen.

Het perverse van dergelijke ondoordachte investeringen is dat het gros van de sectoren waar we wél onze economische slagkracht kunnen versterken nauwelijks de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Want, zo wordt geredeneerd, die sectoren draaien goed. Denk maar aan energie, consultancy, architectuur, logistiek, telecom, design, … , en vooral - één van de ongetwijfeld meest beloftevolle sectoren - de ICT- en technologiewereld. Laten we het even over deze laatste hebben als voorbeeld.

Geld genoeg!

Hoezo “nauwelijks ondersteuning”? Er is de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie, met enkele knappe koppen die weten waar de klepel hangt. Er is het EWI (Economie, Wetenschap en Innovatie in Vlaanderen) die de meeste IT bedrijven nauwelijks bij naam kennen, maar wél de satellietorganisaties er rond: de LRM, de GIMV, Het fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, de Participatiemaatschappij Vlaanderen, het IWT, enz. Er is Flanders Investment & Trade voor internationaal ondernemen. En zo kan ik er nog een paar opsommen.

Geen vuiltje aan de lucht? Zoals het ook nobel lijkt om sectoren te steunen die op sterven na dood zijn, zo ook wordt het ‘innovatiebeleid’ gebruikt als vals bewijs van goed bestuur. De bovengenoemde ‘rijke’ sectoren doen het vandaag echter minder goed dan men zou denken, omdat onze overheden bij het populistische centjes gooien één klein aspectje over het hoofd zien:

Niemand om de projecten uit te voeren

Hoe ‘rijk’ ze ook moge lijken, de Vlaamse ICT sector kent al jaren een permanent tekort aan goed geschoolde en gekwalificeerde arbeidskrachten. Gedurende de 15 jaar dat ik professioneel actief ben in de IT-wereld, waren er hooguit twee jaren waarin het aanbod van (hoog opgeleide) arbeidskrachten de vraag oversteeg. Alle andere jaren bekampten onze IT bedrijven elkaar om de gunst van knappe koppen.

Met als resultaat: fantastische projecten worden uitbesteed aan het buitenland, uitgesteld tot latere datum of zelfs integraal afgeblazen omwille van een tekort aan bekwaam personeel. Steeds vaker wordt beroep gedaan op buitenlandse arbeidskrachten. Niet meer omwille van de prijs, maar vooral omdat de resources gewoon niet beschikbaar zijn. Frustrerend. Maar vooral: erg gevaarlijk voor onze economie van morgen, die onlosmakelijk gekoppeld is aan … onze innovatiekracht, jawel.

Het probleem van de ICT sector zit dus niet in de beschikbaarheid van centjes, maar in de mogelijkheid te innoveren, omdat er steeds minder eigen mensen zijn om mooie innovatieprojecten terdege uit te voeren.

Maar ook daar heeft onze overheid aan gedacht … dacht ze.

Zo voorziet de VDAB een resem opleidingen om werkzoekenden snel om te scholen naar informatici met diverse specialisatie. Begon ik dit opniniestuk niet met een klaagzang over de foute keuzes van onze overheid? Onze IT wereld is nog nauwelijks op zoek naar hardware-installateurs, databasebeheerders of developers met basiskennis van .NET. Ze hebben managers nodig, die weten waar de uitdagingen en valkuilen van ons ICT landschap liggen. Ze hebben psychologen nodig, die kunnen omgaan met sociale media en kunnen nadenken over het sociale netwerk van morgen. Ze hebben communicatiemensen nodig om software intuïtiever te maken. Ze hebben projectleiders nodig die zeer complexe materies kunnen begeleiden en tot een goed einde brengen. Ze hebben vertalers nodig, juristen, ingenieurs, specialisten op het vlak van intermenselijke relaties, analisten, enzovoorts.

Ik hoop van ganser harte dat elke VDAB informatica-cursist een fantastische job vindt, maar het is verre van een structurele oplossing voor de reële arbeidsnood in onze IT bedrijven!

Hier en daar zijn er initiatieven om technologie-onderwijs te promoten, maar dat zijn vaak slechts druppels op een gloeiend hete plaat. Organisaties zoals I Love IT doen fantastisch hun best, maar moeten rekenen op de goodwill van bedrijven zoals het onze om voldoende visibiliteit te creëren en impact te hebben. En federaties als Agoria ondersteunen hun ICT sectorleden zoals Studio 100 dat zou doen voor de banksector.

Dan doen we het zelf maar

Noodgedwongen investeren onze ICT bedrijven dan maar - met eigen middelen - in dure opleidingstrajecten, mentorships, academies en externe managementcursussen, als absolute noodzaak om onze afgestudeerden de skills bij te brengen die noodzakelijk zijn vooraleer er van echte productiviteit sprake is. Dit is geen kritiek op jullie kwaliteiten, jongens, maar ons openbare onderwijs- en opleidingssysteem mist eenvoudigweg de slagkracht om de technologische evolutie de baas te blijven. En die slagkracht hebben onze bedrijven nodig om onze toekomst van morgen te verzekeren.

De ICT sector steunen, zonder informatica

Ik pleit ervoor om in de meest diverse hogere studierichtingen die relevant zijn voor de IT-sector, keuze- en/of specialisatievakken mogelijk te maken, waarin de opgedane kennis van de studenten kan gecombineerd worden met actuele, reële en broodnodige skills die onze technologiewereld vandaag nodig heeft. Dan heb ik het niet over software ontwikkelen of computers in elkaar prutsen. Dan heb ik het niet over HTML ontwikkelen of weten hoe een SaaS-oplossing technisch in elkaar zit. Maar wel over een fundamentele kennis, een toegevoegde waarde, een specialisatie, waardoor studenten vlot de link kunnen maken tussen hun eigen expertise en de concrete behoeften van onze ICT bedrijven.

Enkele voorbeelden:

De marktwaarde van de moderne taaldeskundige wordt al lang niet meer bepaald door zijn capaciteit een roman te schrijven. Wil men linguïsten een reële kans op de arbeidsmarkt geven, dan moet men hen voorbereiden op de noden van de werkgevers van vandaag. Denk aan het schrijven van software manuals; het meedenken over intellectuele zoekmachines; het vertalen van complexe businessoplossingen naar de taal en de leefwereld van de mensen die ze uiteindelijk gaan gebruiken. En waarom onze psychologen niet een optievak ‘social networking’ geven of onze economisten inzicht verschaffen in hoe complexe softwarebehoeften kunnen worden afgestemd met kritische bedrijfsdoelstellingen? Ze zouden allemaal binnen de week een vetbetaalde job vinden.

Ik hoor de noodkreet van de écht innoverende ICT-wereld elke dag. De vraag naar specialisten waarvan de basiskennis niet in software of hardware ligt - maar die wel moeiteloos hun expertise kunnen koppelen aan een absoluut toegevoegde waarde voor het bedrijf - is beduidend groter dan de behoefte aan een extra HTML-programmeur.

Als we vanuit het onderwijs erin slagen beide behoeften te combineren, winnen we driemaal: (1) we verzekeren werk (2) we garanderen onze economische vooruitgang en (3) de investeringen van de overheid zullen eindelijk impact hebben.

De nood is hoog, want de bedrijven waar we vroeger goedkoop onze gemakkelijke IT uitbesteedden staan intussen al voor onze deur. Niet alleen met vooruitstrevende technologie, maar ook en vooral met de mensen die nodig zijn om ze te implementeren en hun producten en services tot een succes te brengen. Als we vandaag niet de voedingsbodem leggen die onze sector broodnodig heeft, gaan we onze maatschappij in zijn geheel lucratieve kansen ontzeggen en dreigen anderen ons voorbij te steken op ons sterkste punt: innovatie.

http://opinie.deredactie.be/2011/03/18/sos-innovatie/

Share now